Wanneer de ingeroosterde les- en arbeidsuren over bovengenoemde periode van 1 augustus t/m 31 juli berekend zouden worden, zou een teamlid het ene jaar méér dan zijn maximale lestaak (en wellicht zelfs ook méér dan zijn maximale arbeidsduur), en een ander jaar minder dan zijn maximale lestaak worden ingeroosterd, met alle formatieve (dus financiële) gevolgen van dien: in het eerste geval zou een leerkracht namelijk onevenredig veel lesuren moeten worden uitgeroosterd (kost extra formatie!), en in het tweede geval komt een leerkracht dan doorgaans niet eens aan de maximale lestaak. En aangezien minder gegeven lesuren in het ene jaar niet kunnen worden ‘verrekend’ met het andere jaar, kunnen ‘winst en verlies’ niet tegen elkaar weggestreept worden.
Om het probleem van de wisselende lengte van een schooljaar te omzeilen, berekent de inspectie de netto jaarlijkse onderwijstijd van oudsher altijd over de periode van 1 oktober t/m 30 september. In deze periode vallen alle schoolvakanties één keer in hun geheel en duurt elk schooljaar nagenoeg even lang. Op deze wijze wordt dus de gemiddelde lengte van een schooljaar berekend.
Voor een juiste en consequente berekening berekent ook Taakberekening-PO de ingeroosterde les- en arbeidsuren daarom ook altijd over de periode van 1 oktober t/m 30 september.
De periode van 1 oktober t/m 30 september omvat 52 héle les- of arbeidsweken. Dit zijn 364 dagen, zodat 30 september in de berekening als laatste losse dag overblijft. In een schrikkelschooljaar (wanneer het laatstgenoemde jaar van een schooljaar een schrikkeljaar is – dus bijv. het schooljaar 2023/2024) – blijven twéé losse dagen over: 29 en 30 september. Als deze één of twee dagen op school/werkdagen vallen, worden de les- en arbeidsuren van deze dagen meegeteld in de berekening.
Van dit volgens de vaste werkdagen per week berekende jaartotaal van de ingeroosterde les- en arbeidsuren, trekt de planner bij elk teamlid de uren van de vakanties en overige uitgeroosterde dagen af, zodat bij een gelijkblijvend les- en vakantierooster en gelijkblijvende wekelijkse werkdagen, het aantal ingeroosterde uren bij elk teamlid ieder jaar vrijwel hetzelfde zal zijn.
Formeel gezien horen deze roosterafwijkingen dus nog bij de berekening over het huidige schooljaar, maar dat zou betekenen dat zij dan al eind vorig schooljaar gepland zouden moeten zijn, en zo ver kijkt natuurlijk niemand vooruit. Bovendien zou het vreemd zijn roosterafwijkingen te vermelden die ná het volgend schooljaar vallen.
Roosterafwijkingen in augustus en september worden daarom gewoon opgenomen in de (Lesuren)berekening van het betreffende schooljaar. Voor de berekening van de gerealiseerde lestijd over 8 jaar maakt het namelijk niet uit in welk berekeningsjaar deze dagen in augustus of september vermeld staan; áls zij maar vermeld worden. Wanneer dit consequent gebeurt, dus roosterafwijkingen in augustus en september altijd in het betreffende schooljaar vermelden, wordt de ingeroosterde les- en arbeidsduur juist berekend.
Op het eerste werkblad Lesurenberekening wordt de netto lestijd van de leerlingen berekend. Deze netto lestijd zal normaal gesproken even groot zijn als het aantal ingeroosterde lesuren van de voltijder. Wanneer het team in de zomervakantie een hele week doorwerkt, kan het aantal weken zomervakantie (6) niet gewijzigd worden in 5, want dan zou de berekening van de ingeroosterde lesuren voor de kinderen en het team niet meer kloppen.
Rooster de in de vakantie door te werken arbeidsuren daarom bij elk teamlid extra in in rubriek F.
De planner accepteert bij de invoer data vanaf 1 augustus t/m 30 september van het betreffende schooljaar.
©TaakberekeningPO 2015-2024
KvK 66412803
Over TaakberekeningPO
info@taakberekeningpo.nl
0251-836839 (ma t/m vrij 10.00-17.00 uur)
Illustraties: icons8.com