Omdat sinds 2018 de inroostering van de arbeidsuren in de CAO-PO niet meer genoemd wordt, ontbreekt sindsdien elke mogelijkheid van een objectieve vaststelling van het aantal in te roosteren werkdagen dat passend is bij een bepaalde aanstellingsomvang.
Bij het model van taakberekeningPO dat daarin wél voorziet, is het belangrijk voor ogen te houden dat de bedoeling hiervan niet is om per se álle arbeidsuren plaats- en tijdgebonden in te willen roosteren. Het doel is om bij iedereen het aantal werkdagen in eenzelfde verhouding tot de aanstelling vast te stellen, en om te kunnen beoordelen of het jaarlijks aantal ingeroosterde werkdagen zich bij iedereen in dezelfde mate verhoudt tot ieders aanstelling. Daarom gaan we er in taakberekeningPO van uit dat een werkdag voor iedereen evenveel arbeidsuren telt.
Uit praktische overwegingen blijven we in het berekeningsmodel uitgaan van een 40-urige werkweek, aangezien deze zowel bij de bepaling van het salaris als bij verlofberekeningen nog steeds de maatstaf is. Het jaartotaal van de arbeidsuren van de ingeroosterde werkdagen wordt dan vergeleken met de jaarlijkse arbeidsduur (1659 uur bij wtf 1,0) volgens de aanstelling.
We spreken dus af hoe we de uren van de 40-urige werkweek over de weekdagen verdelen, en die verdeling laten we bij voorkeur (verhoudingsgewijs) aansluiten op de lestijden of een eventueel in gebruik zijnd benoemingsschema. Bij vijf gelijke lesdagen, of wanneer op een school of binnen een bestuur is afgesproken dat voor elke dag 8 benoemingsuren gelden, ongeacht of de school 5 gelijke lesdagen telt of niet, wordt de verdeling dus 5 x 8:00 uur. Maar wanneer dat laatste niet aan de orde is, dan kan de verdeling bij een kortere les(woens)dag beter bijvoorbeeld 4 x 8:30 uur en 1 x 6:00 uur zijn. Dit inroosterschema vul je in rubriek G in op de tweede pagina van het eerste werkblad Lesurenberekening – zie hieronder.
Ieders wekelijks vaste werkdagen worden nu zoveel mogelijk in aansluiting op ieders aanstelling gekozen*. De planner berekent vervolgens bij iedereen op basis van de wekelijks vaste werkdagen en het vakantierooster, de ingeroosterde arbeidsuren en vergelijkt dit aantal met ieders jaarlijkse arbeidsduur volgens de aanstelling – bij voltijders dus 1659 uur en bij deeltijders naar rato van de aanstelling. Op deze wijze is nu bij iedereen duidelijk of het op basis van de vaste werkdagen berekend aantal arbeidsuren binnen ieders jaarlijkse arbeidsduur past.
Het is dus wenselijk deze ongelijkheid tussen deeltijders en voltijders, én deeltijders onderling, te corrigeren met een aantal in- of uit te roosteren werkdagen, zodat het uiteindelijke inroosteringspercentage bij iedereen ongeveer even groot is.
In de planner is dat eenvoudig te realiseren door op het eerste werkblad Lesurenberekening in rubriek G het inroosterpercntage van de volledig (dus inclusief enkele dagen in de zomervakantie) ingeroosterde voltijder. Op elk teamlidblad is dan te zien hoeveel arbeidsuren bij elke deeltijder nog individueel kunnen worden in- of uitgeroosterd om verhoudingsgewijs even lang als een voltijder (met hetzelfde inroosteringspercentage dus) in werkdagen ingeroosterd te zijn.
Lees hier meer over de verhoudingsgewijze inroostering.
De arbeidsuren van OOP’ers zonder lesondersteunende taken (zoals een logopedist, conciërge, administratief medewerker etc.), worden volgens een individueel arbeidsurenschema ingeroosterd. Deze wekelijkse inroostering vul je daarom bij dit OOP apart op het teamlidblad in.
Deze OOP’ers zonder lesondersteunende taken hebben drie taakonderdelen: de duurzame inzetbaarheid, de professionalisering en de werkzaamheden.
Inroosterwijze 1 of 2
Er kan voor gekozen worden om net als bij het OP de totale arbeidsduur in te roosteren (inroosterwijze 1), maar bij het OOP zonder lesondersteunende taken is het wellicht duidelijker om in rubriek A alleen de uren voor de werkzaamheden in te roosteren (inroosterwijze 2). De ingeroosterde uren in rubriek A zijn dan dus de tijd- en plaatsgebonden uren waarop de OOP’er op school aanwezig is om de werkzaamheden uit te voeren.
De nietingeroosterde overblijvende uren zijn dan de uren voor de duurzame inzetbaarheid en professionalisering die buiten de ingeroosterde tijd voor de werkzaamheden naar eigen inzicht gedurende het schooljaar worden besteed.
Voor het OOP zonder lesondersteunende taken worden geen aparte uren voor de overige taken berekend, maar zij kunnen er natuurlijk wél aan deelnemen, zoals aan werkgroepen of de (G)MR. Om er nu voor te zorgen dat deze deelname ook wordt opgenomen in te maken overzichten, kunnen deze activiteiten worden vermeld in rubriek C op de tweede pagina van het teamlidblad.
Wanneer daar behoefte aan is, kan deze rubriek ook gebruikt worden om de werkzaamheden nader te specificeren. Deze specificering en bovengenoemde deelname aan o.t.-activiteiten kan in rubriek C ook gecombineerd worden. Zie de specificatie van de 1520 abreidsuren voor de werkzaamheden in het voorbeeld hieronder.
Lees hier meer over inroosterwijze 2
©TaakberekeningPO 2015-2024
KvK 66412803
Over TaakberekeningPO
info@taakberekeningpo.nl
0251-836839 (ma t/m vrij 10.00-17.00 uur)
Illustraties: icons8.com