De inroostering van het OOP zonder lesondersteunende taken

Het inroosteren van de arbeidsuren bij het OOP zónder lesondersteunende taken (zoals een conciërge, administratief medewerker of logopedist) kan op twee manieren:

  1. In rubriek A van het teamlidblad worden net als bij het OP álle arbeidsuren van de aanstelling verdeeld over de werkdagen;

  2. In rubriek A worden alleen de uren voor de werkzaamheden over de werkdagen verdeeld.

inhoud

 

De werkdagen en uren per werkdag worden bij het OOP zonder lesondersteunende taken  niet op het invoerformulier ingevuld, maar op het teamlidblad in rubriek A.

Inroosterwijze 1: álle arbeidsuren worden ingeroosterd

Wanneer je in rubriek A op het teamlidblad OOP álle arbeidsuren van de aanstelling over de werkdagen verdeelt, houd je dezelfde systematiek aan als bij het OP en OOP mét lesondersteunende taken. Dit betekent dat de uren voor de professionalisering en duurzame inzetbaarheid bínnen de ingeroosterde arbeidsuren vallen. Deze inroosterwijze kies je het best bij een logopedist, schoolpsycholoog of vergelijkbare functie.


Inroosterwijze 2: alleen de uren voor de werkzaamheden worden ingeroosterd

Bij het OOP als een conciërge of administratief medewerker, is het vaak duidelijker om alleen de uren voor de werkzaamheden plaats- en tijdgebonden in te roosteren en de uren voor de duurzame inzetbaarheid en professionalisering erbuiten te laten. De ingeroosterde uren voor de werkzaamheden worden dan geacht op school te worden doorgebracht, en de overige uren voor de andere twee taakonderdelen worden buiten de ingeroosterde uren naar eigen inzicht besteed.

Wanneer je alleen de uren voor de werkzaamheden inroostert, kijk je voordat je rubriek A invult eerst in rubriek I (de opbouw van de jaartaak) hoeveel uren bestemd zijn voor de werkzaamheden. In deze voorbeelden is dat dus 916 uur. Na inroostering van 916 uur, blijven dan precies 74 uur over voor de duurzame inzetbaarheid en professionalisering.

Verdeel in rubriek A de arbeidsuren zó over de vaste werkdagen, dat het totaal aan ingeroosterde arbeidsuren in J overeenkomt met het aantal uren voor de werkzaamheden. Wanneer daarbij de arbeidstijden op hele of halve uren of kwartieren worden afgerond, zal er doorgaans een klein verschil overblijven dat je in E of F corrigeert.

Er zijn in dit voorbeeld in A  23 uur per week ingeroosterd.

Omdat dit OOP-teamlid buiten de vaste werktijden 30 uur deelneemt aan o.t.-taken, zijn deze 30 uur extra ingeroosterd in F. Deze 30 uur worden dan weer uitgeroosterd in E en kunnen dan in overleg in de loop van het jaar als vrije uren worden opgenomen.

Omdat er nu nog 3 uren teveel waren ingeroosterd, zijn deze ter correctie in E extra uitgeroosterd, zodat er nu precies 74 uren minder zijn ingeroosterd.

In rubriek J (zie hieronder) kleurt het aantal minder ingeroosterde uren nu groen.

Door in rubriek A (met eventuele correcties in rubriek E en F) 916 uur voor de werkzaamheden in te roosteren, blijven er voor de duurzame inzetbaarheid en professionalisering precies 74 uren over, die op eigen tijd en plaats buiten de werktijd ingevuld wordt.
 
De activiteiten voor de professionalisering en de duurzame inzetbaarheid vallen bij deze inroosterwijze 2 dus buiten de plaats- en tijdgebonden ingeroosterde uren, en worden in overleg of naar eigen inzicht in de loop van het jaar verricht.
Het voordeel van inroosterwijze 2 is dat het voor alle partijen dan duidelijk is op welke dagen en tijden het teamlid OOP op school aanwezig is om de werkzaamheden te verrichten.
 

Werkzaamheden buiten de normale werktijden van A

In bovenstaand voorbeeld werden de 30 o.t.-uren die buiten de werkuren vallen, extra ingeroosterd in F.

Een andere mogelijkheid is om deze in F extra ingeroosterde uren niet in E te compenseren, maar door in A wekelijks iets minder tijd in te roosteren, zodat het verschil toch weer op 74 uur uitkomt. Deze mogelijkheid bestaat uiteraard alleen als de jaartaakberekening nog vóór de aanvang van het nieuwe schooljaar gemaakt kan worden.

Vragen of reageren? Plaats hier je vraag/reactie.