De inroostering van het OOP zonder lesondersteunende taken

Het inroosteren van de arbeidsuren bij het OOP zónder lesondersteunende taken (zoals een conciërge, administratief medewerker of logopedist) kan op twee manieren:

  1. In rubriek A van het teamlidblad worden net als bij het OP álle arbeidsuren van de aanstelling verdeeld over de werkdagen;

  2. In rubriek A worden alleen de uren voor de werkzaamheden over de werkdagen verdeeld.

inhoud

 
De werkdagen en uren per werkdag worden bij het OOP zonder lesondersteunende taken  niet op het invoerformulier ingevuld, maar op het teamlidblad in rubriek A.

Inroosterwijze 1: álle arbeidsuren worden ingeroosterd

   Wanneer je in rubriek A op het teamlidblad OOP álle arbeidsuren van de aanstelling over de werkdagen verdeelt, houd je dezelfde systematiek aan als bij het OP en OOP mét lesondersteunende taken. Dit betekent dat de uren voor de professionalisering en duurzame inzetbaarheid bínnen de ingeroosterde arbeidsuren vallen. Deze inroosterwijze kies je het best bij een logopedist, schoolpsycholoog of vergelijkbare functie.


Inroosterwijze 2: alleen de uren voor de werkzaamheden worden ingeroosterd

   Bij het OOP als een conciërge of administratief medewerker, is het vaak duidelijker om alleen de uren voor de werkzaamheden plaats- en tijdgebonden in te roosteren en de uren voor de duurzame inzetbaarheid en professionalisering erbuiten te laten. De ingeroosterde uren voor de werkzaamheden worden dan geacht op school te worden doorgebracht, en de overige uren voor de andere twee taakonderdelen worden buiten de ingeroosterde uren naar eigen inzicht besteed.

   Wanneer je alleen de uren voor de werkzaamheden inroostert, kijk je voordat je rubriek A invult eerst in rubriek I (de opbouw van de jaartaak) hoeveel uren bestemd zijn voor de werkzaamheden. In deze voorbeelden is dat dus 1512 uur. Na inroostering van 1512 uur, blijven dan precies 123 uur over voor de duurzame inzetbaarheid en professionalisering.

   Verdeel in rubriek A de arbeidsuren zó over de vaste werkdagen, dat het totaal aan ingeroosterde arbeidsuren in J overeenkomt met het aantal uren voor de werkzaamheden. Wanneer daarbij de arbeidstijden op hele of halve uren of kwartieren worden afgerond, zal er doorgaans een klein verschil overblijven dat je in E of F corrigeert.

   Er zijn in dit voorbeeld in A  38 uur per week ingeroosterd. Tezamen met 3 werkdagen in de vakantie (zie rubriek F hierboven) leverde dit in rubriek J een ingeroosterde arbeidsduur van 1512 uur op en blijven er precies 123 uren over voor de duurzame inzetbaarheid en professionalisering. In rubriek J (zie hieronder) kleurt het aantal minder ingeroosterde uren nu groen.

Door in rubriek A (met eventuele correcties in rubriek E en F) 1512 uur voor de werkzaamheden in te roosteren, blijven er voor de duurzame inzetbaarheid en professionalisering precies 123 uren over, die op eigen tijd en plaats buiten de werktijd ingevuld wordt.
 
   De activiteiten voor de professionalisering en de duurzame inzetbaarheid vallen bij deze inroosterwijze 2 dus buiten de plaats- en tijdgebonden ingeroosterde uren, en worden in overleg of naar eigen inzicht in de loop van het jaar verricht.
   Het voordeel van inroosterwijze 2 is dat het voor alle partijen dan duidelijk is op welke dagen en tijden het teamlid OOP op school aanwezig is om de werkzaamheden te verrichten.
 

Werkzaamheden buiten de normale werktijden van A

   Wanneer werkzaamheden buiten de in A genoemde werktijden vallen, bijvoorbeeld in vakanties of  ’s avonds, dan rooster je deze extra in in rubriek F. Het aantal ingeroosterde uren wordt dan groter, waardoor er minder uren overblijven voor de duurzame inzetbaarheid en de professionalisering.
   De extra ingeroosterde uren moeten dus (op een ander moment) weer vrijgeroosterd/gecompenseerd worden in E.
Een andere mogelijkheid is om de extra ingeroosterde uren te compenseren door in A wekelijks iets minder tijd in te roosteren.
 

Tip

Hierbij kan het handig zijn om zoveel mogelijk eerst de buiten de gewone werktijden te werken uren in F in te roosteren en pas daarna de urenverdeling in A in te vullen. Al doet zich daarbij dan weer de complicatie voor dat dan nog niet bekend is wat de arbeidsduur van een dag is, omdat dat dan nog niet ingevuld in A is. De invulvolgorde hangt dus af van wat het handigst uitkomt.
 
Deelname aan ot-activiteiten buiten de in rubriek A vermelde werktijden
   Ook wanneer dit OOP deelneemt aan een o.t.-activiteit buiten de werktijden van A, moeten deze uren extra worden ingeroosterd in F en moeten de werktijden in A worden aangepast, of gedurende het jaar op een nader af te spreken wijze weer gecompenseerd in vrije uren in E.
 
Voorbeeld:

   Een teamlid OOP is lid van de MR. Deze vergadert ’s avonds en hiervoor is standaard 20 uur voor gereserveerd. Deze extra uren worden extra ingeroosterd in rubriek F. Daarna wordt het werkschema in A aangepast, óf worden de uren weer gecompenseerd in vrije uren in E.

   Omdat dit OOP-teamlid zonder lesondersteunende taken deelneemt aan de MR-vergaderingen in de avonduren, zijn in rubriek F 20 uren extra ingeroosterd. In E worden deze uren dan weer ter compensatie uitgeroosterd en kunnen dan op een nader te bepalen wijze als vrije uren worden opgenomen.

   Deze ot-activiteit plus de bijbeorende 20 uren worden volledigheidshalve ook ingevuld in rubriek C op de tweede pagina, zodat deze deelname ook wordt opgenomen in te maken generale overzichten van de ot-activiteiten. Zie ook hieronder.

combinatie
   De deelname aan o.t.-activiteiten en een eventuele onderverdeling van het takenpakket kan in rubriek C ook gecombineerd worden. Denk er dan aan dat het urentotaal het beschibare aantal uren voor de werkzaamheden niet mag overschrijden!

   Zo’n combinatie heeft dan geen gevolg voor te maken overzichten van de overige taken, want alleen de activiteiten die in de o.t.-lijst staan worden in de overzichten opgenomen.

 
 
In dit voorbeeld is de vermelding van de o.t.-activiteit gecombineerd met een verdeling van het takenpakket. Door voor de onderdelen van het werkzaamhedenpakket (zoals in dit voorbeeld) een sterretje te zetten, blijven deze bovenaan bij elkaar staan. Denk er hierbij aan dat voor o.t.-activiteiten die in de overzichten moeten worden opgenomen (zoals in dit voorbeeld) dan geen sterretje mag staan – ‘MR-vergaderingen’ staat in de o.t.-lijst immers ook zonder sterretje!