Studiedagen zet je op het eerste werkblad in rubriek C. De ‘v‘ achter die dag verander je dan in een ‘s‘; het programma ‘weet’ dan dat op de teamlidbladen de lesuren wél, maar de arbeidsuren van die dag níet moeten worden afgetrokken. De arbeidsuren van de studiedag blijven in de berekening dus gewoon meetellen.
Wanneer er in rubriek C geen ruimte meer is, kun je een studiedag ook in D zetten. Alleen de lesuren van die dag worden dan ingevuld en het vakje arbeidsuren laat je leeg (anders zouden deze op de teamlidbladen ten onrechte worden afgetrokken van de arbeidsuren).
Merk op dat de uitgeroosterde lesuren tezamen met de bijbehorende uren voor het voor- en nawerk, in de planner automatisch bij de beschikbare uren voor de overige taken worden gevoegd. Als dus een lesdag van 5 lesuren wordt uitgeroosterd, komen er vanzelf ongeveer 7 uren (inclusief uren opslagfactor) extra beschikbaar voor de uren voor de overige taken.
Bij degenen bij wie de studiedag op een werk(les)dag valt, worden de eventuele lesuren van die dag (door de ‘s‘) automatisch uitgeroosterd, maar blijven de arbeidsuren van die dag gewoon meetellen. Bij degenen die de studiedag op een nietwerkdag bijwonen, moeten de (standaard)arbeidsuren van die dag dus extra worden ingeroosterd in rubriek F.
Tip
Je hoeft dit niet voor elk teamlid apart in te vullen, maar je kunt dit in één keer bij alle betreffende teamleden invullen. Op deze pagina lees je over het handig invullen van meerdere teamlidbladen tegelijk.
Dit is een veelgestelde vraag waarop ook de PO-raad en de vakorganisaties geen helder antwoord hebben. Zo maakt de AOB bijvoorbeeld in de beantwoording van deze vraag, onderscheid tussen studiedagen die op verlofdagen vallen, of op gewóne nietwerkdagen.
“Op een gewone nietwerkdag‘, stelt de AOB, ‘kan van een deeltijder verlangd worden de studiedag bij te wonen, want deze valt binnen de arbeidsduur. Maar wanneer de studiedag op een verlofdag valt kan dat níet, want er is immers betaald voor het verlof”.
En de PO-raad antwoordt op deze vraag:
“In artikel 2.3 van de cao staat beschreven hoe de inzet per werknemer is geregeld. Daarvoor is het werkverdelingsplan uitgangspunt. Hierin worden voor de zomervakantie de afspraken vastgelegd.
Daarbij worden ook de dagen aangewezen, waarop bijvoorbeeld een rapportvergadering of een studiedag plaats zal vinden. Dit is dan een reguliere werkdag, die niet per se een lesdag hoeft te zijn.
Ook voor de leraar die in deeltijd werkt, geldt dat wanneer een vergadering is gepland op een vrije dag, deze werknemer verplicht kan worden aanwezig te zijn, als dit past in zijn inzetbaarheid volgens het schema en de ruimte van zijn normjaartaak. Bij de inroostering dient de werkgever wel zo veel mogelijk rekening te houden met de door de werknemer aangegane verplichtingen, waaronder zowel verplichtingen bij een andere werkgever als verplichtingen in de privésfeer.
Van werkgever en werknemer wordt verwacht dat zij zich als goed werkgever en werknemer gedragen, zodat van beide partijen een constructieve houding verwacht mag worden in het overleg betreffende bijvoorbeeld aanwezigheid van een docent op een scholingsdag of de rapportvergadering van zijn leerlingen op zijn vrije dag. Wanneer hierover een conflict ontstaat, zal de rechter/commissie van beroep op grond van een belangenafweging beoordelen of de leraar of diens werkgever in het gelijk wordt gesteld”.
antwoord AOB
Het door de AOB gegeven antwoord klopt maar ten dele. De arbeidsuren van een studiedag behoren weliswaar tot de arbeidsduur, maar dan moet wel zichtbaar gemaakt zijn in welk taakonderdeel de uren van die studiedag zijn opgenomen én dat de arbeidsuren van die extra ingeroosterde werkdag(en) ook passen binnen het totaal aan ingeroosterde werkdagen!
Dat de AOB dit verzwijgt, komt doordat de CAO-PO sinds 2018 de plaats- en tijdgebonden inroostering van de arbeidsduur/werkdagen (geheel ten onrechte) buiten beschouwing laat.
Dat van een teamlid niet kan worden verlangd dat deze een studiedag bijwoont op een verlofdag omdat daar immers voor betaald is, zoals de AOB stelt, klopt in veel gevallen niet. Bij de vaststelling van de verlofdagen duurzame inzetbaarheid bijvoorbeeld, kan deze immers zó worden geregeld dat deze niet op de geplande studiedagen vallen.
antwoord PO-raad
Ook het antwoord van de PO-raad op deze vraag biedt geen houvast. De PO-raad stelt dat een werknemer verplicht kan worden zo’n dag bij te wonen als dit past in ‘zijn inzetbaarheid volgens het schema’ en de ‘ruimte van zijn normjaartaak’.
Met de ruimte van zijn normjaartaak, wordt waarschijnlijk bedoeld of de uren van die (studie)dag passen binnen de jaarlijkse arbeidsduur volgens de aanstelling (dus bij de leerkracht zijn opgenomen in het overzicht van de volgens het werkverdelingsplan toebedeelde taken – in rubriek C op de tweede pagina van het teamlidblad), maar wat met het schema van de inzetbaarheid wordt bedoeld, is onduidelijk, temeer daar het schema van inzetbaarheid volgens de beschikbaarheidsregeling, in 2018 door de PO-raad en de vakorganisaties zelf is afgeschaft!
Waarschijnlijk in het besef dat het gegeven antwoord volstrekt nietszeggend is, houdt de PO-raad het er tenslotte maar op dat iedereen zich hierbij constructief en als een goede werkgever of werknemer moet opstellen.
Door het ontbreken van een uniforme en transparante berekening van de ingeroosterde werkdagen, lukt het de AOB en de PO-raad niet helder te maken wanneer extra inroostering van bijvoorbeeld studiedagen wel of niet kan worden verlangd zonder dat deze in tijd of geld gecompenseerd hoeven te worden.
Binnen het inroosteringsmodel van TaakberekeningPO kan deze vraag echter wél duidelijk worden beantwoord, en geheel zonder tussenkomst van een rechter of commissie.
In vrijwel alle gevallen* kan van een teamlid gevraagd worden de studiedagen (of andere belangrijke activiteiten) zonder compensatie (in verlof of geld) bij te wonen, indien er aan twee voorwaarden wordt voldaan:
Wél is van belang dat de afspraken hierover bij de start van het schooljaar gemaakt zijn, zodat het teamlid op tijd kan anticiperen op de roosterafwijking van de vaste werkdagen.
Volgens de CAO-PO vallen de uren voor de zelfgekozen individuele nascholing binnen het budget/taakonderdeel Professionalisering. Hieronder vallen allerlei scholingsactiviteiten, maar ook zaken als het bijhouden van vakliteratuur e.d..
Van de opgedragen scholing vermeldt de CAO-PO slechts dat de uren daarvan binnen de jaartaak vallen (CAO-PO 2019/2020: 9.4).
Als we de taakonderdelen lestaak en voor- en nawerk buiten beschouwing laten*, kunnen de uren van de activiteit studiedag dus worden opgevoerd in het taakonderdeel professionalisering, duurzame inzetbaarheid of overige (school)taken op de tweede pagina van het teamlidblad.
Bij het onderdeel professionalisering kan dat alleen wanneer daar bij het betreffende teamlid nog uren voor over zijn. Wanneer dit taakonderdeel al is volgepland met zelfgekozen individuele nascholing, blijven voor plaatsing alleen het budget duurzame inzetbaarheid en overige taken over.
Om de uren binnen het taakonderdeel duurzame inzetbaarheid (rubriek A) op te voeren, dient er uiteraard wel een relatie tussen dit budget en het onderwerp van de studiedag te zijn. Denk er wel aan dat degenen die hun uren d.i. als verlof opnemen (zie hierboven), hiervoor doorgaans geen uren meer hebben. Bij hen zullen de uren van zo’n studiedag bij de professionalisering of overige taken moeten worden opgevoerd.
In de meeste gevallen zal het taakonderdeel overige taken (rubriek C) dus de juiste plek zijn om deze activiteit + bijbehorende uren (zie hieronder) op te voeren. Bovendien is het wel zo transparant om de uren van studiedagen bij iedereen in dezelfde mate en in dezelfde rubriek onder te brengen.
Bij het verdelen van de overige taken doe je er dus goed aan eerst bij iedereen in rubriek C van de tweede pagina van elk teamlidblad de studiedagen plus de bijbehorende uren in te vullen, zodat duidelijk is hoeveel uren bij iedereen voor de andere te verdelen overige taken nog beschikbaar zijn.
De vermelde uren bij de activiteiten op de tweede pagina hebben geen invloed op de urenberekening op de eerste pagina van het teamlidblad. De tweede pagina is alleen bedoeld om een overzicht te geven van hoe de op de eerste pagina berekende uren voor de drie taakonderdelen duurzame inzetbaarheid, professionalisering en overige taken zijn ingezet.
Het aantal opgevoerde uren voor een studiedag op de tweede pagina hoeft daarom dan ook niet precies gelijk te zijn aan het aantal arbeidsuren van die werkdag volgens het schema van de arbeidsurenverdeling.
Als een studiedag bijvoorbeeld gesplitst is in een gezamenlijke studieochtend en een middagdeel waarin individueel aan andere taken wordt gewerkt, vul je (bij de deeltijders die deze dag op een nietwerkdag bijwonen) op de eerste pagina in rubriek F de standaarduren van de betreffende werkdag in, maar op de tweede pagina bij deze activiteit (bij iedereen) alléén de uren van de ochtend. Dit lijkt misschien futiel, maar kan in sommige gevallen voorkómen dat de studiedagen (vooral bij deeltijders) een te groot beslag leggen op de beschikbare uren – doorgaans voor de overige taken – op de tweede pagina van het teamlidblad.
©TaakberekeningPO 2015-2024
KvK 66412803
Over TaakberekeningPO
info@taakberekeningpo.nl
0251-836839 (ma t/m vrij 10.00-17.00 uur)
Illustraties: icons8.com