TaakberekeningPO
Het onderscheid tussen het basismodel en overlegmodel verdwijnt. Er is één model waarin voor iedereen een maximale lestaak geldt van 940 uur. Binnen dit model liggen op basis van de wtf alleen de budgetten duurzame inzetbaarheid, professionalisering en de maximale lestaak vast (zie onder). De verhouding tussen de (ingeroosterde) lestaak, het voor- en nawerk en de overige taken, wordt binnen dit werkmodel door het team bepaald.
De verdeling van de les- en taakuren over het team wordt voortaan – binnen de kaders van het bestuursformatieplan en het meerjarenformatiebeleid – door het team zelf bepaald. De schoolleider inventariseert de werkzaamheden voor het nieuwe schooljaar t.a.v. het aantal groepen, aantal leerlingen, overige werkzaamheden en geplande scholingen.
Op basis van overleg met het team waarin de werkverdeling wordt afgesproken, maakt de schoolleider een werkverdelingsplan dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de P-MR.
Wanneer door onenigheid een onwerkbare situatie dreigt te ontstaan, bepaalt de werkgever (lees: de schoolleider) de werkverdeling. Hoe zich dit in de praktijk op de scholen allemaal uitkristalliseert, zal de tijd leren. Vanaf 1 augustus 2019 moet volgens het werkverdelingsplan worden gewerkt.
Lees meer over een voorbereidend stappenplan voor de invoering van het werkverdelingsmodel en over een workflow voor het jaarlijkse werkverdelingsproces, en hoe de planner je daarbij kan ondersteunen.
De jaartaak bij een volledige aanstelling blijft 1659 uur. De totale ingeroosterde arbeidsduur mag de bij de aanstelling behorende jaarlijks ingeroosterde arbeidsduur niet overschrijden, maar de strikte begrenzing van 40 arbeidsuren per week (deeltijders naar rato) is losgelaten. Hiermee komt een einde aan de ongelukkige en onrealistische begrenzing van de wekelijkse arbeidsduur tot precies de aanstellingsuren.
De 40-urige werkweek fungeert nu alleen nog om de omvang van een aanstelling en verlofopname te bepalen. Een volledige aanstelling blijft dus 40 uur tellen met een bijbehorende wtf van 1,0. Maar een teamlid kan in de praktijk voortaan wekelijks dus meer of minder dan 40 uur (deeltijders naar rato) werken. De wekelijkse inroostering in de planner Taakberekening-PO blijft gebaseerd op de 40-urige werkweek, maar dit betekent dus niet dat elke werkweek in werkelijkheid even lang is. De verdeling van de arbeidsuren over de weekdagen fungeert slechts als houvast bij de berekening van opgenomen verlofuren en als schema aan de hand waarvan kan worden bewerkstelligd dat de werkdagen bij iedereen in verhouding tot zijn of haar aanstelling in gelijke mate worden ingeroosterd.
Voor de inroostering in de planner betekent dit dat zowel voltijders als deeltijders voortaan volgens een vast en voor iedereen geldend schema van de verdeling van de 40-urige werkweek over de weekdagen wordt ingeroosterd. Zo’n vast schema betekent wel dat deeltijders in veel gevallen wekelijks iets langer of korter worden ingeroosterd dan hun aanstellingsuren. Zolang het aantal jaarlijks ingeroosterde arbeidsuren de jaartaak volgens de aanstelling (wtf x 1659) niet overschrijdt, is dat geen probleem.
Bij de inroostering volgens de 40-urige werkweek blijven bij voltijders op papier na de inroostering van de arbeidsuren over de ongeveer 39,5 schoolweken altijd nog zo’n 1 á 2 weken ’te werken’ arbeidsuren over. De arbeidsuren van voltijders kunnen daarom binnen de schoolweken nooit volledig worden ingeroosterd. Dat is op zich geen probleem want niet alle arbeidsuren zijn noodzakelijkerwijs plaats- en tijdgebonden.
Bij de berekening van de ingeroosterde arbeidsuren wordt naast het aantal meer of minder ingeroosterde uren ook het inroosterpercentage berekend. Hieraan is snel te zien welk deel van de jaartaak bij iedereen verhoudingsgewijs is ingeroosterd. Ook deeltijders zullen in veel gevallen nietingeroosterde arbeidsuren overhouden.
LEES MEER
Wat doe je met meer of minder ingeroosterde les- en arbeidsuren?
Op alle scholen geldt na 1 augustus 2019 een maximale lestaak van 940 uur (deeltijders naar rato van hun netto-arbeidsduur!). Dit sluit beter aan bij de minimale lestijd van 940 uur op scholen met gelijke lestijden in alle groepen. Beter, maar nog niet helemaal, omdat op de meeste scholen een marge voor calamiteiten van ongeveer 10 uur wordt aangehouden, waardoor de jaarlijkse lestijd rond de 950 uur zal liggen.
Het blijft echter wel mogelijk om bij de werkverdeling individueel een grotere lestaak af te spreken, maar dit kan dan alleen met de instemming van de betreffende leerkracht. Bij ieders medewerking is het dus ook mogelijk om collectief een grotere lestaak af te spreken.
LEES MEER
Volgens de nieuwe CAO-PO bepaalt het team voortaan zelf de verhouding tussen de lestaak en de overige taken, maar deze regels zijn inherent tegenstrijdig en de opslagfactor kunnen we maar beter in ere houden.
LEES MEER
Hoe bepaal je de uren voor het voor- en nawerk en de overige taken?
Op nogal wat scholen moet de volledige wekelijkse arbeidsduur geheel of vrijwel geheel binnen de schoolmuren worden doorgebracht. Deze uitleg van de 40-urige werkweek doet geen recht aan de positie van de leerkracht als verantwoordelijke professional, en volgens de eigen verklaring van de overlegpartners is deze uitwerking destijds ook zeker niet de bedoeling geweest. Volgens de nieuwe CAO-PO bepaalt het team nu voortaan zelf welk deel van de arbeidsduur naast de lestijd op school wordt doorgebracht.
De noodzaak van een instrument waarmee de jaartaakberekening en inroostering eerlijk en transparant voor elk teamlid kan worden berekend, blijft dus ook bij deze nieuwe CAO onverminderd groot. Ook wanneer de verdeling van de arbeidsuren straks op elke school volgens een zelfgekozen vast schema kan worden geregeld, is het noodzakelijk dat de uitwerking daarvan snel en transparant kan worden berekend.
Daarbij is het noodzakelijk dat het te gebruiken instrument flexibel is en zo kan worden ingesteld dat het op elke school bruikbaar is. De mogelijkheid tot het instellen van een afgesproken opslagpercentage blijft gehandhaafd en ook de mogelijkheid tot individuele aanpassing van dit afgesproken opslagpercentage blijft uiteraard bestaan.
Volgens de vorige CAO-PO moesten de resterende arbeidsuren, die na inroostering van de arbeidsuren in de schoolweken overbleven, in de vakanties worden doorgewerkt. Deze resterende uren werden in de vorige planner (versie 3) omgerekend in werkweken van de betreffende leerkracht, de z.g.n. doorwerkfactor. Deze term is met de nieuwe CAO achterhaald, en daarom vervallen.
Om toch te kunnen beoordelen hoe lang een teamlid in vergelijking tot de jaartaak verhoudingsgewijs is ingeroosterd, worden in H en I de ingeroosterde les- en arbeidsuren nu uitgedrukt in een percentage van de lestaak en arbeidsduur volgens de aanstelling. Het tonen van de meer of minder ingeroosterde uren en het inroosterpercentage kan desgewenst ook worden uitgezet.
Omdat de aanstelling geen factor meer is bij de werkverdeling, kan iedereen nu volgens een afgesproken vaste verdeling van de arbeidsuren over de weekdagen (4 x 8:30 + 1 x 6:00 of 5 x 8:00) worden ingeroosterd.
Deze gekozen standaardverdeling vul je in het schema onderaan het eerste werkblad Lesurenberekening in. De arbeidsuren van alle teamleden worden dan op hun vaste werkdagen volgens dit schema ingeroosterd (zie hieronder).
LEES MEER
©TaakberekeningPO 2015-2023
KvK 66412803
Over TaakberekeningPO
info@taakberekeningpo.nl
0251-836839 (ma t/m vrij 10.00-17.00 uur)
Castricum