Inroostering en besluitvorming in de nieuwe CAO-PO

De CAO-PO 2018 brengt wat de inroostering en de besluitvorming betreft een aantal belangrijke veranderingen met zich mee. Hieronder lees je welke dat zijn en hoe deze in de planner worden verwerkt.

inhoud

De belangrijkste veranderingen per 1-8-2019 op het gebied van de werkverdeling en inroostering

  • het basis- en overlegmodel vervallen;
  • het team krijgt een bepalende rol bij de opstelling van een werkverdelingsplan;
  • de 40-urige werkweek is geen factor meer in de werkverdeling, maar wordt alleen nog gebruikt voor de vaststelling van de werktijdfactor, het salaris en verlof;
  • de maximale lestaak gaat van 930 naar 940 uur;
  • het team bepaalt de verhouding tussen de lesuren en de overige taken ???
  • de beschikbaarheidsregeling is vervallen.

 

Het basis- en overlegmodel worden vervangen door één werkmodel

Het onderscheid tussen het basismodel en overlegmodel verdwijnt. Er is één model waarin voor iedereen een maximale lestaak geldt van 940 uur. Binnen dit model liggen op basis van de wtf alleen de budgetten duurzame inzetbaarheid, professionalisering en de maximale lestaak vast (zie onder). De verhouding tussen de (ingeroosterde) lestaak, het voor- en nawerk en de overige taken, wordt binnen dit werkmodel door het team bepaald.

Het team krijgt een bepalende rol bij de werkverdeling

De schoolleider inventariseert de werkzaamheden voor het nieuwe schooljaar t.a.v. het aantal groepen, aantal leerlingen, overige werkzaamheden en geplande scholingen.
   Op basis van overleg met het team waarin de werkverdeling wordt afgesproken, maakt de schoolleider een werkverdelingsplan dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de P-MR.
   Wanneer door onenigheid een onwerkbare situatie dreigt te ontstaan, bepaalt de werkgever (lees: de schoolleider) de werkverdeling. Hoe zich dit in de praktijk op de scholen allemaal uitkristalliseert, zal de tijd leren. Vanaf 1 augustus 2019 moet volgens het werkverdelingsplan worden gewerkt.
   Lees meer over eenvoorbereidend stappenplan voor de invoering van het werkverdelingsmodel en over een workflow voor het jaarlijkse werkverdelingsproces, en hoe de planner je daarbij kan ondersteunen.

De 40-urige werkweek is geen factor meer in de werkverdeling, maar wordt alleen nog gebruikt voor de vaststelling van de werktijdfactor, het salaris en het verlof

De strikte begrenzing van wekelijkse werkduur van 40 arbeidsuren per week (deeltijders naar rato) is losgelaten. Hiermee komt een einde aan de onwerkbare begrenzing van de wekelijkse arbeidsduur tot precies de aanstellingsuren.
   De 40-urige werkweek fungeert nu alleen nog om de omvang van een aanstelling en verlofopname te bepalen. Een volledige aanstelling blijft dus 40 uur tellen met een bijbehorende wtf van 1,0. Maar een teamlid kan in de praktijk voortaan wekelijks dus meer of minder dan 40 uur (deeltijders naar rato) werken.


Inroostering arbeidsuren

De CAO-PO zegt niets meer over de inroostering van de werkdagen dan dat deze in redelijkheid en goed overleg bepaald wordt. De redenering daarbij is dat wanneer, naar rato van de jaarlijkse arbeidsduur, alle taken en activiteiten over het team zijn verdeeld, inroostering daarvan, met uitzondering van de lesuren, niet nodig is.
  Hierdoor ontbreekt elk houvast bij de bepaling van ieders werkdagen, zowel op week- als op jaarbasis. TaakberekeningPO biedt daarom een uniform en transparant model voor de inroostering van de arbeidsuren.

De maximale lestaak gaat van 930 naar 940 uur

Op alle scholen geldt na 1 augustus 2019 een maximale lestaak van 940 uur (deeltijders naar rato van hun aanstelling). Dit sluit beter aan bij de minimale lestijd van 940 uur op scholen met gelijke lestijden in alle groepen. Beter, maar nog niet helemaal, omdat op de meeste scholen een marge voor calamiteiten van ongeveer 10 uur wordt aangehouden, waardoor de jaarlijkse lestijd rond de 950 uur zal liggen.

Een collectief grotere lestaak dan 940 uur

Het blijft echter wel mogelijk om bij de werkverdeling individueel een grotere lestaak af te spreken, maar dit kan dan alleen met de instemming van de betreffende leerkracht. Bij ieders medewerking is het dus ook mogelijk om collectief een grotere lestaak  af te spreken.

LEES MEER
Een grotere lestaak dan 940 uur

Het team bepaalt zelf de verhouding tussen de lestaak en de overige (school)taken, de beschikbare tijd voor het voor- en nawerk, en de opslagfactor wordt niet meer genoemd ???

Volgens de nieuwe CAO-PO bepaalt het team voortaan zelf de verhouding tussen de lestaak en de overige taken, maar deze regels zijn inherent tegenstrijdig en de opslagfactor kunnen we maar beter in ere houden.

LEES MEER
Hoe bepaal je de uren voor het voor- en nawerk en de overige taken?

Het team spreekt zelf af hoeveel tijd op school wordt doorgebracht

Op nogal wat scholen moet de volledige wekelijkse arbeidsduur geheel of vrijwel geheel binnen de schoolmuren worden doorgebracht. Deze uitleg van de 40-urige werkweek doet geen recht aan de positie van de leerkracht als verantwoordelijke professional, en volgens de eigen verklaring van de overlegpartners is deze uitwerking destijds ook zeker niet de bedoeling geweest. Volgens de nieuwe CAO-PO bepaalt het team nu voortaan zelf welk deel van de arbeidsduur naast de lestijd op school wordt doorgebracht.

De gevolgen voor de planner en rekentool Taakberekening-PO

De noodzaak van een instrument waarmee de jaartaakberekening en inroostering eerlijk en transparant voor elk teamlid kan worden berekend, blijft dus ook bij deze nieuwe CAO onverminderd groot. Ook wanneer de verdeling van de arbeidsuren straks op elke school volgens een zelfgekozen vast schema kan worden geregeld, is het noodzakelijk dat de uitwerking  daarvan snel en transparant kan worden berekend.
Daarbij is het noodzakelijk dat het te gebruiken instrument flexibel is en zo kan worden ingesteld dat het op elke school bruikbaar is. De mogelijkheid tot het instellen van een afgesproken opslagpercentage blijft gehandhaafd en ook de mogelijkheid tot individuele aanpassing van dit afgesproken opslagpercentage blijft uiteraard bestaan.

inroosteringspercentage van voltijders als referentiepunt

Om te kunnen beoordelen hoe lang een teamlid in vergelijking tot de jaartaak verhoudingsgewijs is ingeroosterd, worden in H en I de ingeroosterde les- en arbeidsuren uitgedrukt in een percentage van de lestaak en arbeidsduur volgens de aanstelling. Het tonen van de meer of minder ingeroosterde uren en het inroosterpercentage kan desgewenst ook worden uitgezet.

 
Op het teamlidblad is in het vakje naast rubriek H te zien hoeveel arbeidsuren dit teamlid zou moeten worden ingeroosterd om verhoudingsgewijs even lang als een voltijder te zijn ingeroosterd. Een volledig ingeroosterde voltijder op deze school is 96% van de netto arbeidsduur ingeroosterd, wat bij deze aanstelling een ingeroosterde arbeidsduur zou opleveren van 916 uur.
 

Door dit teamlid (in rubriek F) nog 21 arbeidsuren extra uit te roosteren, is deze nu net als de voltijders op deze school 96% ingeroosterd. De resterende 38 nietingeroosterde arbeidsuren worden net als door de voltijders in de loop van het schooljaar niet plaats- en tijdgebonden gewerkt.
 

Op het invoerformulier is nu na het opslaan van de ingevoerde gegevens in de drie vakken rechts onmiddellijk te zien wat het resultaat is van de inroostering op de arbeidsuren, lesuren en de jaartaak.

De berekening van de ingeroosterde arbeidsuren wordt eenvoudiger en transparanter

Omdat de aanstelling geen factor meer is bij de werkverdeling, kan iedereen nu volgens een afgesproken vaste verdeling van de arbeidsuren over de weekdagen (bijv. 4 x 8:30 + 1 x 6:00 of 5 x 8:00) worden ingeroosterd.
Deze gekozen standaardverdeling vul je in het schema onderaan het eerste werkblad Lesurenberekening in. De arbeidsuren van alle teamleden worden dan op hun vaste werkdagen volgens dit schema ingeroosterd (zie hieronder).

 

LEES MEER
Hoe verdeel je de arbeidsuren over de werkdagen?