Een stappenplan voor de invoering van het werkverdelingsplan

Op deze pagina lees je over de voorbereidende stappen die je moet doen voordat je kunt beginnen met het jaarlijkse werkverdelingsproces. Onderaan deze pagina word je tenslotte verwezen naar de pagina waar een stapsgewijze workflow van het jaarlijkse werkverdelingsproces wordt beschreven en hoe de planner de schoolleider en het team daarbij kan ondersteunen met overzichten van verdelingscenario’s en tussentijdse overzichten, en aan het eind van het traject een kant-en-klaar WVP oplevert.

inhoud

Stap 1 – de meerderheid van stemmen bepalen

Bij de eerste invoering, maar ook elk jaar daarna, zijn er momenten waarop het team een besluit moet nemen. Alhoewel algemene instemming de voorkeur heeft, moet om impasses te voorkomen, worden afgesproken met welke meerderheid van stemmen besloten wordt. Daarbij kan elke keus gemaakt worden, maar een tweederde meerderheid zal wellicht het meest voor de hand liggen.
Maar daarnaast moet ook worden afgesproken hoe de stemmingen plaats vinden. Is dat bij hand opsteken –  en hoeveel teamleden moeten dan aanwezig zijn voor een geldige stemming? – of gebeurt de stemming schriftelijk, en vul je daarbij dan je naam in, of is de stemming geheim? Hierover staat allemaal niets in de CAO-PO, behalve dat het team dit zelf bepaalt.
   Om ervoor te zorgen dat iedereen de vergaderingen waarop teambesluiten moeten worden genomen over het WVP kan bijwonen, zullen de data van deze besluitmomenten ruim van tevoren moeten worden afgesproken.

 

Stap 2 – de omvang van de lestaak bepalen

De maximale lestaak is 940 uur, maar er kunnen individueel met wederzijdse instemming méér lesuren worden ingeroosterd. Wanneer de jaarlijkse onderwijstijd rond de 950 of 960 lesuren ligt, is het de moeite waard om na te gaan of er afspraken over een hoger maximum gemaakt kunnen worden. Bespreek daarom de haalbaarheid van een collectieve afspraak hierover (zie link hieronder) en neem hierover een besluit.

LEES MEER
Een grotere lestaak dan 940 uur

 

Stap 3 – de verhouding bepalen tussen de lestaak en de overige taken, én de uren voor het voor- en nawerk vaststellen – dit kan dus niet (lees hier waarom niet)

We vervangen deze regel door:

Stap 3 – de verhouding bepalen tussen de ingeroosterde lestaak en het voor- en nawerk

Deze verhouding bepaal je door middel van de vertrouwde opslagfactor of het opslagpercentage: een vast percentage van de ingeroosterde lesuren dat bestemd is voor het voor- en nawerk.
Naarmate de opslagfactor hoger is, wordt het aantal uren dat overblijft voor de overige taken kleiner en omgekeerd. Indirect wordt met de opslagfactor dus ook de verhouding tussen de ingeroosterde lesuren en de uren voor de overige taken bepaald: twee vliegen in één stap!
   Deze opslagfactor wordt op de meeste scholen allang gebruikt. Wat in stap 3 moet gebeuren, is dus slechts het door het team opnieuw vaststellen van de hoogte hiervan.

 

In de planner van deze school is de maximale lesduur (deeltijders naar rato van de aanstelling) in overleg met het team vastgesteld op het maximum volgens de CAO-PO 2018 van 940 uur, en de opslagfactor op 40% van de ingeroosterde lesuren.
 

Stap 4 – inventarisatie van te verrichten (overige) taken en de benodigde uren daarvoor

Als vierde stap moet worden afgesproken welke Overige of Schooltaken het team verricht. Om te weten of de taken binnen de totale daarvoor beschikbare tijd verricht kunnen worden, moet je eerst weten hoeveel uren elke taak in beslag neemt, waarbij in het oog moet worden gehouden dat sommige taken in groepsverband  worden uitgevoerd, waardoor het totale tijdsbeslag bij deze taken de som is van het aantal uren per deelnemer. Aan het begin van het werkverdelingsproces, wanneer de lijst o.t. is ingevuld, maar op de teamlidbladen (2e pagina) nog geen overige taken zijn ingevuld, is op dit werkblad ‘lijst o.t.’ te zien hoeveel uren voor de overige taken binnen het team beschikbaar, en er volgens de lijst nodig zijn.

LEES MEER
De verdeling van de overige taken

 

Stap 5 – Overige bespreekpunten

Er moeten in het kader van het werkverdelingsplan nog meer besluiten worden genomen. Bijvoorbeeld de tijd die de teamleden op school aanwezig moeten zijn, de besteding van de werkdrukmiddelen, enz.. Dit zijn echter zaken die niet altijd elk jaar opnieuw behoeven te worden afgesproken en daarom beter vooraf kunnen worden afgesproken. Deze afspraken kunnen op de derde pagina van het werkblad WVP worden vermeld.

Deze punten zijn:

Pauzeregeling
De CAO-PO bevat geen pauzeregeling meer. Hierdoor geldt in het PO de pauzeregeling zoals opgenomen in de arbeidstijdenwet. Bij een werktijd van 5,5 uur geldt een minimale rusttijd van een half uur. Deze pauze mag gesplitst worden in 2 maal 15 minuten. Er is geen verplichte venstertijd voor deze pauze, maar een pauze mag niet aan het begin of eind van de werktijd vallen. Een pauze waarbij een teamlid toezichthoudende of andere taken heeft, geldt niet als pauze. Alleen een pauze die het teamlid naar eigen keuze niet plaatsgebonden kan doorbrengen geldt als pauze.
De pauze geldt niet als werktijd en valt buiten de ingeroosterde arbeidsduur. De afgesproken pauzeregeling heeft dus geen enkele invloed op de inroostering van de arbeidsuren of de afgesproken verdeling van de arbeidsuren over de week. Wanneer een arbeidsdag volgens de verdeling bijv. 8:30 uur duurt, valt de pauze dus buiten deze arbeidsduur. 

Aanwezigheid op school
Het team spreekt af welke tijd vóór en na de lessen op school (dus plaats- en tijdgebonden) wordt doorgebracht. Deze tijd is bedoeld voor kortstondig intern overleg of oudercontact. In principe kan hierbij volstaan worden met een half uur vóór en na schooltijd.
Op veel scholen moest vrijwel de gehele arbeidsduur op school worden doorgebracht. De vakorganisaties en de PO-raad betreuren dit en stellen dat dit nooit de bedoeling is geweest. Elk teamlid wordt geacht professioneel genoeg te zijn om naast de afgesproken aanwezigheidstijd zelf te kunnen bepalen waar en wanneer de verschillende taken verricht worden.

Inzet werkdrukmiddelen
De werkdrukmiddelen zullen in de meeste gevallen zijn ingezet voor extra personeel. Dit extra personeel is onder het OP of OOP al opgenomen in het werkverdelingsplan. In de kolom opmerkingen op het werkblad Groepsverdeling kan eventueel worden aangegeven om welke teamleden/functies het gaat. Een overzichtje van de besteding van dit extra budget kan ter complementering bij het werkverdelingsplan worden gevoegd.

Vervangingsbeleid
Spreek af hoe op schoolniveau wordt omgegaan met vervangingen.

 

Inzet planner bij het werkverdelingstraject en een compleet werkverdelingsplan

Met dit stappenplan heb je de voorbereidende stappen genomen die nodig zijn voordat met het jaarlijkse werkverdelingstraject kan worden begonnen. De werkverdelingsplanner Taakberekening-PO is heel geschikt om daarbij vanaf het begin van het werkverdelingsoverleg te worden ingezet. Met behulp van Taakberekening-PO begeleid je de hele workflow van het werkverdelingstraject en maak je aan het eind van het proces een kant-en-klaar werkverdelingsplan ter goedkeuring door de P-MR.

LEES VERDER
Hoe zet ik de planner in bij de werkverdeling?